Op deze pagina kunt u informatie over de meest voorkomende ingrediënten vinden. De ingrediënten staan in een voorgeschreven volgorde op het etiket: het ingrediënt met het hoogste aandeel in het product qua gewicht staan als eerste genoemd.
Aqua - water - H2O
Water (H2O; aqua of aq.; zelden diwaterstofoxide of oxidaan)is de chemische verbinding van twee waterstofatomen en een zuurstofatoom. Water komt in de natuur voor in de drie verschillende hoofdfasen: als vloeistof, als vaste stof en als gas. Bij kamertemperatuur is water een vloeistof zonder specifieke kleur en geur. Al het leven op aarde bestaat grotendeels uit en is afhankelijk van water. Water bedekt 71% van het aardoppervlak.
Een watermolecuul is een chemische verbinding van twee waterstofatomen en een zuurstofatoom. De molecuulformule is H2O. Een zelden gebruikte, maar systematische chemische naam voor water is oxidaan. Bij die benaming ligt de nadruk op water als hydride van zuurstof.
Anethol
Anethol is een apolaire aromatische onverzadigde ether, met als brutoformule C10H12O. Anethol geeft de typische smaak aan anijs en venkel. De verbinding is een isomeer van estragol, een verbinding die te vinden is in dragon en basilicum. Anethol heeft een duidelijk zoete smaak en is dertien keer zo zoet als suiker. De smaak wordt als prettig ervaren, zelfs in hoge concentraties.
De stof is licht giftig. Het is een chemische uitgangsstof van paramethoxyamphetamine (PMA), wat als XTC verkocht werd en tot enkele sterfgevallen heeft geleid.
Wanneer het alcoholgehalte van een water/ethanol-mengsel hoger dan 45% is, lost anethol op en is de oplossing helder. Door meer water toe te voegen neemt het alcoholpercentage af en de oplosbaarheid van anethol vermindert. Er ontstaat dan een witte suspensie. Anethol is dus oplosbaar in oplossingen met een alcoholpercentage van 45% of hoger.
Het FEMA-nummer van anethol is 2086.
Benzaldehyde
Benzaldehyde (C6H5CHO) is een organische verbinding bestaande uit een benzeenring met een aldehydesubstituent. Het is de eenvoudigste aromatische aldehyde en een van de meest gebruikte in de chemische industrie. Bij kamertemperatuur is het een kleurloze vloeistof met een karakteristieke amandelgeur: benzaldehyde is het belangrijkste bestanddeel in de geur van amandelen. Het is een hoofdbestanddeel van bittere amandelolie en kan onttrokken worden uit een aantal natuurlijke bronnen waar het in voorkomt, waaronder abrikozen, kersen, laurierbladeren, perzikzaden en als amygdaline in bepaalde noten en zaden. Benzaldehyde wordt tegenwoordig vooral gemaakt uit tolueen via een aantal verschillende syntheseroutes.
Benzylbenzoaat - Benzylbenzoate
Benzylbenzoaat is een organische verbinding met als brutoformule C14H12O2. De verbinding is makkelijk te bereiden en heeft diverse toepassingen. Benzylbenzoaat is een kleurloze vloeistof, die onoplosbaar is in water.
Benzylbenzoaat kent diverse toepassingen:
*Als insecticide voor parasitaire insecten zoals luizen en mijten. Het is dodelijk voor de schurftmijt en het wordt daarom gebruikt voor de behandeling van scabiës. Het is echter niet de eerste keus hiervoor, omwille van het irriterend karakter van de stof. Herhaald toepassen op de huid kan een eczeemachtige huidaandoening veroorzaken.
*Als fixeermiddel in geurstof composities. Het fixeermiddel zorgt dat de geur langer waarneembaar blijft.
*Als additief in voedingsmiddelen bij kunstmatige geur- en smaakstoffen.
*Als een weekmaker in cellulose en andere polymeren.
*Als oplosmiddel voor diverse stoffen.
*Als behandeling bij staart- en maneneczeem bij paarden.
Geraniol
Geraniol is een organische verbinding met een zoete geur die doet denken aan roos en pelargonium.
Geraniol komt in veel soorten planten voor, bijvoorbeeld de roos, pelargonium en palmarosa. De etherische olie kan uit de plant worden gewonnen door stoomdestillatie. Met name palmarosaolie bevat veel geraniol, het werd hier uit 1871 uit geïsoleerd door Jens Peter Jacobsen. Het is nog steeds een van de meest gebruikte isolaten in de parfumindustrie.
In parfum en andere geurcomposities wordt geraniol gebruikt als geurstof in rozengeuren, pelargoniumgeuren en in mindere mate in andere bloemengeuren. Geraniol en met name de oxidatieproducten van geraniol kunnen een parfumallergie veroorzaken, vandaar dat de stof bij gebruik in cosmetica op het etiket vermeld moet worden, tenzij het in zeer kleine hoeveelheden voorkomt. Het FEMA-nummer is 2507.
In levensmiddelaroma's wordt geraniol ook gebruikt, met name in vruchtenaroma's.
Geraniol zou een efficiënt insectenafwerend middel zijn, een mogelijk minder gevaarlijk alternatief voor DEET. In de Verenigde Staten wordt het, al dan niet in combinatie met citronellol of nerol, verwerkt onder meer in polsbandjes, handdoekjes etc. om vliegen en muskieten af te weren.[1]
Geraniol is een grondstof voor andere stoffen, bijvoorbeeld terpineol en diverse esters, zoals geranylacetaat.
Hexylcinnamaldehyde
Hexylcinnamaldehyde is een veelgebruikte geurstof met een frisse bloemengeur, meer bepaald van jasmijn. Het is een aldehyde dat voorkomt in de etherische olie van verschillende planten, en ook in gekookte rijst. Het is in geringe concentraties een ingrediënt van vele cosmetische producten (parfum, zeep, deodorant, shampoo, ...), evenals in producten zoals luchtverfrissers, desinfecterende middelen en wasmiddelen. Hexylcinnamaldehyde is het hoofdbestanddeel van jasmijnparfums.
Er bestaan E- en Z-isomeren van de stof, maar de Z-isomeer komt weinig voor. Hexylcinnamaldehyde bestaat voor meer dan 90% uit de trans- (E-)isomeer, a-hexylcinnamaldehyde. Deze stof kan synthetisch bereid worden door de condensatiereactie van octanal en benzaldehyde.
Hexylcinnamaldehyde kan contactallergie veroorzaken. De stof kan de huid gevoelig maken, en personen die allergisch zijn voor de stof moeten het contact ervan met de huid vermijden. In de Europese Unie moet hexylcinnamaldehyde vermeld worden op het etiket van cosmetische producten die meer dan 0,01% (voor af te spoelen producten) of 0,001% (voor andere producten) van de stof bevatten.
Kamfer - Camphor
Kamfer of Camphor vormt witte tot transparante, wasachtige kristallen met een karakteristieke frisse geur die door veel mensen als zeer aangenaam wordt ervaren. Kamfer hoort tot de klasse van de terpenen en heeft een brutoformule van C10H16O. De stof komt voor in het hout van de kamferboom, (Cinnamonum camphora), een grote, altijd groene boom uit Azië, evenals in enkele verwante boomsoorten uit de laurierfamilie, met name Ocotea usambarensis. De stof kan gesynthetiseerd worden uit terpentijnolie. De stof wordt vooral om zijn geur en om medicinale redenen gebruikt.
Het woord "kamfer" is afgeleid van het Franse woord "camphre", dat zelf weer een verbastering is (via middeleeuws Latijn camfora en het Arabische kafur en uiteindelijk Sanskriet karpūra) uit het Maleis kapur Barus, met de betekenis "krijt van Barus". Maleisische handelaren van wie kooplieden uit het Midden-Oosten en Europa de kamfer betrokken noemden de stof kapur, "krijt" vanwege zijn witte kleur. Barus was een haven aan de westkust van het Indonesische eiland Sumatra waar buitenlandse kooplui de kamfer insloegen. In de Indische taal Sanskriet wordt 'karpooram' gebruikt om kamfer aan te duiden. Via het Sanskriet is het woord in de talen van naburige volkeren terechtgekomen, zoals het Tamil en het hedendaagse Maleis. Soms worden andere natuurlijke producten van bomen foutief onder de naam "kamfer" verkocht.
De kamfer wordt verkregen door het hout van de kamferboom in water te koken, en het daarna te destilleren. Dit gebeurde in een kamferstokerij, ook kamferraffinaderij genaamd. De kamferboom groeit voornamelijk in Azië, veel in China, Taiwan en het Indonesische eiland Borneo.
Limonene - Limoneen
Limonene - Limoneen is een terpeen met als brutoformule C10H16. Het is een kleurloze vloeistof met een kenmerkende, citrusachtige geur, die slecht oplosbaar is in water.
Limonene - Limoneen wordt industrieel vrijwel niet gemaakt, omdat het goedkoop beschikbaar is in relatief goedkope sinaasappelolie. In de plant wordt het gevormd uit geranylpyrofosfaat.
In het laboratorium kan limoneen geëxtraheerd worden uit sinaasappel-schillen door middel van eenvoudige stoomdestillatie.
Limonene - Limoneen komt in veel planten voor, met name D-limoneen in de etherische olie van citrusvruchten. In mindere mate wordt het aangetroffen in etherische olie van bloemen, zaden en andere plantendelen. Racemisch limoneen (ook wel DL-limoneen of dipenteen genoemd) en L-limoneen komen minder voor.
Toepassingen
Limonene - Limoneen wordt veel gebruikt als oplosmiddel voor vetten en als verfverwijderaar. Voor sommige stoffen kan het als grondstof dienen.
Daarnaast is limonene een veel gebruikte geur- en smaakstof. D-limoneen heeft een kenmerkende sinaasappelgeur, L-limoneen heeft een citroenachtige geur.
Door aanwezigheid van een cyclohexeen-ringstructuur, zijn elektrofiele addities met bijvoorbeeld halogenen mogelijk.
Linalool
Linalool is een acyclisch monoterpeen-alcohol en heeft een aangename, naar rozenhout ruikende, geur. Linalool heeft twee optische isomeren, R-(+)-linalool of licareol en S-(-)-linalool of coriandrol.
Beide isomeren van linalool komen in tal van planten voor, met name in de etherische olie van rozenhout, ho-blad en ho-hout. In mindere mate wordt het bijvoorbeeld aangetroffen in koriander en lavendel. Ook de esters van linalool, zoals linalylacetaat, komen in diverse etherische oliën voor.
Linalool wordt met name gebruikt als grondstof voor de productie van vitamine E.
Daarnaast is linalool een veel gebruikte geur- en smaakstof.
Paraffinum Liquidum
Paraffinum Liquidum, ook bekend als Vloeibare paraffine, is een zeer hooggeraffineerde minerale olie die wordt gebruikt in cosmetica en voor medische doeleinden. Paraffinum Liquidum gebruikt men veel in massageoliën en zalven omdat dit het goedkoopst verkrijgbare basisbestandsdeel is. Daarnaast is het ook het materiaal waar de meeste mensen allergische reacties van krijgen. Dit is een Britse definitie (British Pharmacopoeia) en de term kan verschillende gebruiken in andere landen hebben. De cosmetische of medicinale vloeibare paraffine mag niet worden verward met de paraffine (of kerosine) die als brandstof wordt gebruikt.
De term paraffinum perliquidum wordt soms gebruikt om lichte vloeibare paraffine aan te duiden. Omgekeerd wordt de term paraffinum subliquidum soms gebruikt om een dikkere minerale olie aan te duiden.
Panthenol
Panthenol is de alcoholvorm van pantotheenzuur (vitamine B5). Panthenol heeft twee enantiomeren (D- en L-panthenol), maar enkel D-panthenol of dexpanthenol is biologisch actief. In cellen wordt het omgezet tot pantotheenzuur; om deze reden wordt panthenol vaak als "provitamine B5" aangeduid. Het wordt zowel afzonderlijk (CAS-nummer 81-13-0) als in het racemisch mengsel DL-panthenol (CAS-nummer 16485-10-2) gebruikt. Een merknaam is Bepanthen (Bayer).
Panthenol is een ingrediënt in talrijke cosmetische producten voor haarverzorging (shampoos, hairconditioners) en huidverzorging (crèmes, zalven, lotions...). Het heeft een hydraterende werking (houdt vocht vast en voorkomt uitdroging). Het hecht goed aan de haarzakjes en maakt de haren gladder en makkelijker te kammen.
Op de huid zorgt panthenol ervoor dat de huid soepeler en elastischer wordt en dat oppervlakkige tekenen van veroudering verminderen. Het helpt ook tegen irritaties, jeuk, luieruitslag e.d. en draagt bij tot de genezing van lichte (zonne)brandwonden. Dit wordt toegeschreven aan de vitaminevormende eigenschap van dexpanthenol; het dringt door in de huid en wordt daar omgezet in pantotheenzuur (vitamine B5), dat op zijn beurt een onderdeel is van co-enzym A; het bevordert zo de energietoevoer naar de cellen en versnelt de vorming van nieuwe huidcellen. In haarverzorging is de werking van panthenol evenwel louter uitwendig en speelt de vitaminevormende eigenschap van panthenol geen rol.
Patentblauw V - CI 42051 - E131
Patentblauw V is een donkerblauwe synthetische triarylmethaankleurstof. Als additief is het in de EU toegestaan onder E-nummer E131 maar in enkele andere landen, zoals Australië en de VS is het verboden.
In de geneeskunde wordt de stof gebruikt in de lymfangiografie als kleurstof voor lymfevaten.
Bijwerkingen Patentblauw V - E131 - CI 42051:
Wordt afgeraden voor mensen met astma.
Wordt afgeraden voor hyperactive kinderen.
Kan bij een kleine groep mensen sterke allergische reacties teweegbrengen.
Phenoxyethanol
Fenoxyethanol is een kiemdodende en germistatische glycolether, fenolether en aromatische alcohol die vaak samen met quaternaire ammoniumverbindingen wordt gebruikt.
Fenoxyethanol wordt gebruikt als een parfumbefixeermiddel; een insectenwerend middel; een antisepticum; een oplosmiddel voor celluloseacetaat, kleurstoffen, inkten en harsen; een conserveringsmiddel voor farmaceutische producten, cosmetica en smeermiddelen; een verdoving in aquacultuur voor vissen; en in organische synthese.
Fenoxyethanol is een alternatief voor conserveringsmiddelen die formaldehyde afgeven. In Japan en de EU is de concentratie in cosmetica beperkt tot 1%.
Steranijs - Illicium verum
Steranijs - Illicium verum is een boom of struik, waarvan de vruchten gebruikt worden als specerij. Hij groeit in Azië.
De boom is waarschijnlijk afkomstig uit Zuid-China en Vietnam maar wordt tegenwoordig ook gekweekt in Cambodja, Laos, Japan en op de Filipijnen. Steranijs wordt in Europa in voedsel gebruikt sinds de 17e eeuw.
De vruchten worden gebruikt in hun geheel, of gemalen als specerij. De kruidige smaak zit in de schil van de vrucht. Steranijs heeft een sterke geur van anijs aangezien de etherische olie grote hoeveelheden anethol bevat. De smaak van de vrucht is voller en steviger dan de smaak van de anijsplant.
Steranijs is een bestanddeel van het Chinese vijfkruidenpoeder. Het wordt ook gebruikt als ingrediënt in kraamanijs.
Steranijs wordt gebruikt voor de productie van het anti-griepmiddel Tamiflu.
Een enkele keer wordt steranijs verward met Japanse steranijs (I. anisatum), een zeer giftige plant.
Tartrazine -CI 19140 - E102
Tartrazine is een synthetische gele azokleurstof, met als E-nummer E102.
Tartrazine is toegestaan als kleurstof voor levensmiddelen. De ADI bedraagt tot 7,5 mg/kg lichaamsgewicht. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid schatte in 2009 de dagelijkse blootstelling aan tartrazine tussen 0,5 en in de zwaarste gevallen (95e of 97,5e percentiel) 7,3 mg/kg lichaamsgewicht per dag, afhankelijk van de leeftijd en de gebruikte schattingsmethode.
Tartrazine komt in zeer veel producten voor: frisdranken, gebak (zoals viennoiserie), koekjes, cakes, wafels en nagerechten. Daarnaast kunnen ook de volgende voedingsmiddelen bronnen van tartrazine zijn: sauzen, smaakmakers (bijvoorbeeld kerriepoeder en tandoori), relishes, chutney en piccalilly.
Uit één Engelse studie zou blijken dat deze kleurstof E102 i.c.m. benzoëzuur kinderen nadelig zou kunnen beïnvloeden. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) vindt het bewijs daarvoor te mager. Ondanks de conclusie van EFSA heeft het Europees Parlement besloten dat uit voorzorg op producten met bepaalde Azo-kleurstoffen (E133 en E102) een waarschuwing op het etiket moet staan. Bron: Voedingscentrum
Cosmetica
Tartrazine wordt veel gebruikt als kleurstof in diverse soorten cosmetica. De dosering is als regel zeer laag, behalve in kleurspoelingen, dan is een concentratie tot 0,5% gebruikelijk. De INCI-code is CI-19140.
Overig gebruik
Tartrazine wordt gebruikt als microscopiekleurstof en voor het verven van leer.
Laboratorium
Tartrazine wordt in laboratoria veel gebruikt als kleurstof voor de controle van pipetteerrobots. Door een bekende hoeveelheid tartrazine door een robot te laten verdunnen en afvullen en vervolgens de absorptie van de verdunningen te meten bij 405 nm kan bepaald worden wat de performance van de robot is.
Toxicologie en veiligheid
Tartrazine in voeding dient vermeden te worden door mensen met een overgevoeligheid voor salicylaten. Er is onderzoek bekend waaruit blijkt dat gebruik van tartrazine bij een zeer kleine groep mensen kan leiden tot netelroos, dermatitis, astma, of rinitis. Tartrazine stimuleert mogelijk de histamineproductie in het lichaam. Tartrazine behoort tot de additieven waarvan de Britse voedingsautoriteit in september 2007 aangaf dat het verminderen van het gebruik bij hyperactieve kinderen mogelijk enig positief effect kan hebben.
Tocoferol - Tocopherol
Tocoferol is een onderdeel van vitamine E. Vitamine E is een vitamine die bestaat uit een mengsel van acht verschillende, vetoplosbare stoffen: vier tocoferolen en vier tocotriënolen. De meest actieve component is a-tocoferol. Vitamine E is een antioxidant.
Belangrijke bronnen van vitamine E zijn plantaardige olie (in het bijzonder tarwekiemolie), noten en bladgroenten. Kiwi bevat het meeste vitamine E van alle vruchten. Het is met name een vetarme vitamine E-bron.
Voor vitamine E in voedingssupplementen is er een verschil tussen de natuurlijke en synthetische vorm, wat te maken heeft met de verschillende enantiomeren van alfatocoferol. Het in het laboratorium vervaardigde all-rac-alpha-tocoferol (vroeger dl-alpha-tocoferol) is een racemisch mengsel van alle acht enantiomeren van alfatocoferol, terwijl vitamine E in natuurproducten slechts een van de acht enantiomeren van alfatocoferol, bevat, namelijk de enige vorm van alfatocoferol die in het lichaam biochemisch actief is: RRR-alpha-tocoferol (vroeger d-alpha-tocoferol genoemd). Vitamine E in natuurproducten bestaat bovendien uit een complex van vier tocoferolen en vier tocotriënolen die alle onder de noemer "vitamine E" vallen. In multiformules is meestal alleen alfatocoferol vertegenwoordigd, terwijl in voedingssupplementen met uitsluitend vitamine E in toenemende mate ook de andere tocoferolen en tocotriënolen vertegenwoordigd zijn. De natuurlijke en synthetische alfatocoferol verschillen soms weinig in antioxidatieve eigenschappen. Biochemisch verschillen synthetische en natuurlijke alfatocoferol wel degelijk aanzienlijk van elkaar. Te voorspellen valt dat synthetische alfatocoferol slechts een achtste van de activiteit bezit van de natuurlijke, aangezien alleen RRR-alpha-tocoferol de juiste ruimtelijke structuur bezit om op receptoren te passen of om als cofactor van een enzym te dienen.
Wintergreen - Gaultheria procumbens
Gaultheria procumbens, ook wel de oosterse theebos, de vossebes, de boksdoorn of de Amerikaanse wintergroen genoemd, is een soort van Gaultheria afkomstig uit noordoostelijk Noord-Amerika van Newfoundland-west tot zuidoost-Manitoba en van zuid naar Alabama. Het is een lid van de Ericaceae (heidenfamilie).
De vruchten van Gaultheria procumbens, beschouwd als zijn werkelijke "theebessen", zijn eetbaar, met een smaak van mildzoete wintergroen, vergelijkbaar met de smaken van de Mentha-variëteiten Mentha piperita (pepermunt) en Mentha spicata (groene munt), hoewel Gaultheria procumbens geen echte is munt. De bladeren en takken vormen een fijne kruidenthee, door normaal drogen en infusie. Voor de bladeren om significante hoeveelheden van hun essentiële olie op te leveren, moeten zij voor minstens drie dagen worden vergist.
Wintergreen wordt niet in grote hoeveelheden genomen door een soort van dieren in het wild, maar de regelmaat waarmee het wordt gebruikt, vergroot het belang ervan. De vrucht houdt de hele winter aan en het is een van de weinige bronnen van groene bladeren in de winter. Witstaarthert doorbladert wintergroen door het hele gebied, en op sommige plaatsen is het een belangrijk wintervoedsel. Andere dieren die wintergreen eten zijn wild kalkoen, korzelhoen, noordelijke bobwhite, fazant met een ringhals, zwarte beer, witvoetmuis en rode vos. Wintergreen is een favoriet voedsel van de oostelijke aardeekhoorn, en de bladeren zijn een minder belangrijk de wintervoedsel van de grijze eekhoorn in Virginia.